De kandidaat mag het juiste antwoord niet kunnen afleiden uit de formulering van de stam en de sleutel of de afleiders. Dit is bijvoorbeeld het geval als een woord in de stam alleen terugkomt in de sleutel of als in de stam een (grammaticale) formulering wordt gebruikt die niet aansluit op één (of meer) afleider(s).
Hoe het niet moet:
Vraag:In Box 3 betaalt u vermogensrendementsheffing. Hoeveel procent is dat?
A. 1,2% over het gemiddelde netto-vermogen (*)
B. 4% over 30% van het gemiddelde netto-inkomen
C. 4% over het belastbaar inkomen
D. 30% over 4% van het gemiddelde inkomen
Het woord vermogen dat zowel voorkomt in de stam als in de sleutel vormt een aanwijzing in de richting van de sleutel.
Hoe het wel moet:
Vraag: In Box 3 betaalt u vermogensrendementsheffing. Hoeveel procent is dat?
A. 1,2% over het gemiddelde netto-vermogen (*)
B. 4% over het gemiddelde netto-vermogen
C. 30% over het gemiddelde netto-vermogen
Nieuwsgierig geworden naar de overige constructievoorschriften? Blijf ons dan volgen op Twitter of LinkedIn. Vanzelfsprekend kunt u ook gelijk het boek bestellen! Ga dan hier direct naar onze webshop.