Constructievoorschrift voor gesloten vragen: Al-1

Constructievoorschrift Al-1: De alternatieven mogen geen absolute of vage formuleringen bevatten

Kwaliteitseis: Specifiek

Absolute formuleringen zijn formuleringen waarin woorden als ‘niet’, ‘nooit’, ‘uitsluitend’, ‘altijd’, ‘allemaal’ of ‘zeker’ voorkomen. Alleen door de toevoeging van deze formulering is het betref-fende alternatief of de bewering onjuist. Vage formuleringen zijn formuleringen waarin woor-den als ‘vaak’, ‘soms’, ‘meestal’, ‘nauwelijks’, ‘enige’ en dergelijke voorkomen. Vaak wijzen deze formuleringen naar het juiste antwoord. Alleen door de toevoeging van deze formulering is het betreffende alternatief of de bewering juist.

Hoe het niet moet:
Vraag:Wat is een kenmerk van een koe?
A. Ze geeft meestal melk. (*)
B. Ze heeft altijd hoorns.
C. Ze is altijd zwart en wit.

De afleiders in dit voorbeeld zijn alleen fout door het gebruik van het woord ‘altijd’ en de sleutel is alleen het juiste antwoord door het gebruik van het woord ‘meestal’.

Hoe het wel moet:
Vraag: Wat is een kenmerk van een koe?
A. Ze heeft vier magen. (*)
B. Ze is een carnivoor.
C. Ze is onevenhoevig.

Nieuwsgierig geworden naar de overige constructievoorschriften? Blijf ons dan volgen op Twitter of LinkedIn. Vanzelfsprekend kunt u ook gelijk het boek bestellen! Ga dan hier direct naar onze webshop.